zondag 30 november 2008

4e Nationale Stadsdichtersdag

29 november
4e Nationale Stadsdichtersdag te Lelystad

Van de 37 officieel door Burgemeester en Wethouders benoemde Stadsdichters die Nederland telt kwamen er 27 naar Lelystad. Bob Boswinkel en ik en onze vrouwen hadden ook ingeschreven en reden samen.





Het fenomeen Stadsdichtersdag werd in 2005 op initiatief van Gerard Beense, de eerste Stadsdichter van Lelystad voor de eerste keer gepresenteerd. Van meet af aan heeft de Stadsdichtersdag in Lelystad een internationaal karakter door deelname van Stadsdichters uit Vlaanderen. Ook deze keer is België vertegenwoordigd.
Na de ontvangst kregen we een rondrit aangeboden per touringcar door Lelystad en haar directe omgeving, waarbij het respect afdwong hoe de werkers van het eerste uur hebben geworsteld om van zee land te maken. En bizar om te zien hoe stedenbouwkundigen dat met lelijkheid volbouwen.
Daarna droegen stadsdichters uit alle windstreken Stadsgedichten voor aan elkaar en andere belangstellenden in de raadszaal van het stadhuis.
Ik vond het bijzonder interessant om te zien van welk standpunt uit de diverse stadsdichters hun stad benaderden en welk inkijkje ze gaven.
Mijn bijdrage die dag bestond uit het voordragen van:
- Hengelo, o hoe…
- Stadsdichter van Hengelo
- Hengelerweendhaentjen
- Hengeler Weend

- De Beken
- en het hier nog niet eerder gepubliceerde;

In mei

Stapelwolken rollen onder
in een zee van lucht.
Daarop drijft een merrie
met haar sterke rechte rug.
Zo draagt het paard de paardenwei
door alle vier haar benen
naar de weide uit te strekken.
Zo plaagt het paard de paardenwei
door zachtjes met haar lippen
aan het hangend gras te trekken.

Maak het mee van heel dichtbij
op je kop staand in de wei
in mei.


Als voorbeeld van het standpunt van de dichter dat pas duidelijk wordt aan het eind van het gedicht en je aanzet het nog een keer, maar nu met andere ogen, te gaan lezen. Net als de haiku;

De eendjes zijn weg.
De vijver lijkt leeg te zijn
op wat fietsen na.


Ook hier klapt het beeld dat je tijdens het lezen opbouwt om.

Tijdens het avonddeel werd ook de nieuwe Stadsdichtersbundel ‘Verzen van Verbondenheid’ gepresenteerd door uitgever Lukas Rosing van uitgeverij Kontrast in Oosterbeek. Stadsgedichten van alle door B&W benoemde Stadsdichters van Nederland en België zijn door Gerard Beense in zijn bloemlezing verzameld.
Zaterdagavond, na het diner waarbij tussen de gangen door nog door stadsdichters werd voorgedragen, verzandde een inspirerende dag in een overdaad aan dankzeggingen en bloemenhuldes - ja, zelfs de twee juffrouwen die konden wijzen waar reserve closetpapier gevonden kon worden kregen bloemen mee naar huis – en het open podium dat daar op volgde werd gevuld door locale neuzelaars, zodat de Stadsdichtersdag als een nachtkaars uitging.
Na een nacht woelen op een doorgezakt bed van het plaatselijke Apollo Hotel bracht de ochtend een grimlach toen de volgende haiku zich bij mij opdrong:

Lely op zijn zuil
Nachtkaars van de Zuiderzee
Ga er maar niet uit



’s Middags weer tevreden thuis met de wetenschap:
Hengelo is prachtig!

vrijdag 28 november 2008

Kidskasbah

De Kasbah is bijzonder
daar is ieder ’t over eens.
Maar hebben ook haar borelingen
iets buitengemeens?

Als alle koters klauteren zij
en zwaaien blij
aan touwen.
Een scheef plafond
hoeft geen pardon;
het wekt bij hen vertrouwen.

Ze kennen niet Le Corbusier,
zijn Modulor, de Gulden Snee,
Hier groeit elk onschuldig kind
in die verhouding mee.
Zij hebben vree
met wat een ander buitenissig vindt.

Klim kinderen, klim.
Waan je thuis
en buiten tegelijk.
Met niets dan dit
ben je rijk.


Vrijdagmiddag is het nieuwe speeltoestel officieel in gebruik genomen. Het werd samen met de kinderen ontworpen door Huub van de Laan van de Speelmij en ook door hem gebouwd met een aantal bewoners van de Kasbah en vrijwilligers.

zondag 16 november 2008

Sinterklaas

16 november 2008

Lieve Sint,

Onze schoorsteen is verstopt.
‘k Had het eerst niet in de gaten
maar vanmorgen bij ’t ontwaken
was mijn schoen niet volgestopt.

Ik heb overal gezocht,
maar heb nergens wat gevonden,
overal waar schoenen stonden.
’t Leek wel een ontdekkingstocht.

‘k Snap niet wie er lol aan heeft
onze schoorsteen te verbergen.
‘t Zal heel wat van Pietje vergen
voor hij mij cadeautjes geeft.

Sint, ik heb een beter plan;
want die wortelen en penen
zitten vol met carotenen.
’t Paard wordt daar oranje van.

Als ik U een zak bezorg
volgestopt met suikerbieten,
- heus, Uw schimmel zal genieten -
lieve Sint, staat U dan borg

dat die zak vol lekkernij,
vol surprises en presentjes
- let vooral niet op de centjes –
eerdaags wordt bezorgd bij mij?


Fred van de Ven
Stadsdichter van Hengelo

zaterdag 15 november 2008

Hengelose Kleindieren Sportfokkers Vereniging 110 jaar

Voordracht op 15 november

Op 19 augustus ontving ik het volgende e-mailbericht van Ronald Muller:

Geachte heer Van de Ven / beste “stadsdichter”,

Op zaterdag 15 november a.s. bestaat de Hengelose Kleindieren Sportfokkers Vereniging maar liefst 110 jaar.
In het kader van dit jubileum organiseren wij op zondag 16 november een Jubileumtentoonstelling. Er zullen dan niet alleen kippen, konijnen en sierduiven te bewonderen zijn. Ook zal er een “historische route” zijn die de bezoekers d.m.v. tekst- en beeldmateriaal over de geschiedenis van de H.K.S.V. informeert.

Daarnaast zal men de bezoekers “in levende lijve” kennis laten maken met boerderijdieren die vroeger veel in het Twentse landschap en de Duitse grensstreek voorkwamen, zoals o.a. de Twentse landgans, het Bentheimer varken, het Schoonebeker schaap en niet te vergeten het Twents hoen.
Deze dieren die vaak zeldzaam geworden zijn, hebben nog steeds betekenis voor ons. Daar zijn enkele goede redenen voor.
Ze zijn het resultaat van fokkerskunst uit het verleden en hebben een aparte cultuurhistorische waarde. Zij vormen een bron van biologische verscheidenheid en laten zien welke variatie aan rassen onze voorouders met gerichte selectie en fokkerij hebben bereikt.
Ze hebben een recreatieve waarde want ze vertonen een rijke variatie aan vormen en kleuren. Ze zijn daardoor bij uitstek geschikt om in te zetten in landschappen, parken, recreatiegebieden en op kinderboerderijen.
En ze hebben wetenschappelijke waarde. In combinatie met archeologische vondsten geven ze inzicht in landbouwmethoden uit vroeger tijden.
Verder hebben ze praktische waarde in het gebruik bij het beheer (begrazing) van natuurterreinen.
Daarnaast zouden de erfelijke eigenschappen die deze dieren bezitten, van nut kunnen zijn voor toekomstige veeteelt.


Tot hier de e-mail en U snapt het, mijn nieuwsgierigheid was geprikkeld.
Iets dat nog zo dicht verwant is met de oorspronkelijke afkomst en de natuur maakte dat ik dan ook zeer nieuwsgierig werd naar de voedingswaarde van deze dieren.
Bij ons in de zangvereniging bezingen wij die liefde voor de natuur als volgt:

Bonte specht met piccalilly.

Er wordt haast onafgebroken
over de natuur gesproken
meestal door een sombere figuur.
Een ding wordt te vaak vergeten;
de natuur zit vol met eten
daarom zijn wij dol op de natuur.

Zondagmorgen,'t maakt niet uit welk jaargetijde
zoeken wij naar etenswaar in bos en heide.

Grote dikke melkboleten
worden uit de hand gegeten,
jonge ortolaan uit de frituur.
Vijvers vol met vette eendjes
opgediend met verse peentjes,
oh, wat kun je veel met de natuur.

Ik kan soms haast niet wachten tot de bosbes paars is;
heerlijke compote, maar dat zult U zelf ook wel weten.
Jammer dat wat lekker is de laatste tijd zo schaars is;
'k heb al lang geen bonte specht met piccalilly meer gegeten.

Wurmen kunt U samenballen,
't zal U absoluut bevallen
zeker na een weekje in het zuur.
Wild konijn met tutti frutti
ook al ziet U soms het nut niet
alles heeft z'n plaats in de natuur.

Zondagmorgen,'t maakt niet uit welk jaargetijde
zoeken wij naar etenswaar in bos en heide.

Fluitekruid of duizendpoten,
alles vers en onbespoten;
lekker eten is een avontuur
Ach, wij kennen alle plekjes
wij zijn echte lekkerbekjes
ooooooh, wij zijn zo dol op de natuur!


Niet alleen bij onze zangvereniging wordt er genoten van al die lekkernijen in de natuur. De dichter RAMSEY NASR legt de woorden in de mond van een van de grootste liefhebbers;

Vos

vos ben ik
bijt ze de strot
zonder te koken
eet kippen op -
schele kippen kuttekippen
struikelkont vol
eieren
wees dan ook geen kip -
wees vos
wees vos!
dus
geef over koning krop
make no mistake
over & op
voor laatste maal
EET KIP
WEES VOS
&god
bles
vos


Je kunt natuurlijk ook van dieren houden zonder meteen aan opeten te denken, zoals EVA GERLACH beschrijft in haar;

Lievelingsdieren

Tussen de stenen hollen de platte, brede
pissebedden omlaag naar het donker.
Vergeten
toen het nog koud was
te kijken:
hoe overwintert een dier dat zo lijkt op herinnering,
zo afval kleurig,
met zijn hoofd naar binnen
en doodstil bij de minste aanraking.

Ik weet een kind dat van ze houdt,
het streelt hun dadelijk verstijvende stofjassen,
draagt ze tussen twee handen de kamer door.
O! zachte pootjes hebben ze,
mag ik ze niet houden
in een kistje
met onderaan glas?
Daar kijk ik de hele tijd naar,
daar zing ik dan voor.


Ja, wie fokt er nog die diertjes.
Die komen nog uit de oertijd.
Over oertijd gesproken: had er nou niet iemand voor die dinosauriërs kunnen zorgen?

Wat je moet weten van de dinosaurus WILLEM WILMINK

De dinosaurus had geen hoed en ook geen regenjas.
de dinosaurus wist niet goed wat voor een beest hij was.
De dinosaurus at geen drop en dronk geen bier of wijn.
De dinosaurus had een kop, maar die was wel wat klein.

De dinosaurus had soms jeuk, dan was hij niet zo blij:
een ander krabben vond hij leuk, zichzelf kon hij niet bij.
De dinosaurus danste vaak of neuriede een lied.
De dinosaurus had geen spraak, dus liegen kon hij niet.

De dinosaurus had een kind, dat was nog in de groei.
De dinosaurus liet een wind. Toen dacht die kleine dat het woei.
Ach, toen hij uitgestorven was
waardeerde hij de oertijd pas.


Dit lied van Willem Wilmink herinnert ons aan hoe vergankelijk alles is en dat het belangrijk is om alles wat waardevol is te bewaren.
Fokkers doen dat met kleinvee, dichters doen dat met taal.
Nou is Nederland een klein taalgebied en die taal veranderd continue door diverse invloeden van buiten af, het is überhaubt a living thing.
Nog kwetsbaarder is het dialect en dan met name het Twents dialect.
Dat dreigt ook uit te sterven.
Heel soms zie je dat een Twents woord doordringt in het Nederlands.
Wilmink heeft dat in het volgende lied vast gelegd. Het is een cowboylied dat doorspekt is met verscheidene Twentismen en het speelt zich niet af in het Wilde Westen, maar in het Troosteloze Oosten. Ja, dat denken die mensen uit het Wilde Westen, dat het hier is “troosteloos”. Laat ze dat maar mooi denken, wij weten wel beter hier in Twente.
Loat ze biej hoes blievn met de klös!

Cowboy Fred WILLEM WILMINK/FRED VAN DE VEN

Op de prairie tussen Hengelo en Oele
rijdt een cowboy op zijn ouwe, trouwe vos.
Hij wil brood nu hij zich hongerig gaat voelen
maar helaas, geen bakkerswinkel is meer los.

Op zijn merrie zit hij voor zich uit te dromen
zoals elke cowboy wel eens dromen kan:
over andere cowboys, uit de tijd gekomen
en dan moet je zelf toch altijd weer verdan.

Op de prairie tussen Losser en De Lutte
is die cowboy soms van somberheid vervuld
en al rijdend tussen vale plaggenhutten
roept hij: "Waarvoor krijg ik alles op de schuld?"

Cowboy Fred…
Hij zegt glijer, hunnie zeggen autoped…
Cowboy Fred…
Wat hij niet extra deed is volgens hunnie juist opzet…
Cowboy Fred.

Maar opeens heeft hij die stemming overwonnen,
want vanavond zal hij heerlijk dansen gaan
met zijn steun en toeverlaat: met zijn Yvonne.
Eerst trekt hij zich daar nog andersom voor aan.

Cowboy Fred…
Zijn manchesterse broek ligt voor de grond, dat vindt hij niet zo slim…
Cowboy Fred…
want die is sterker dan een van denim, aaah…
Cowboy Fred.

Dan gaat hij naar buiten heen,
kijkt een maal naar zijn voeten en zegt:
"Foei toch, mijn schoenveters zitten open!"
Dan hoekt hij daal en knupt ze dicht.


Ook in vroeger tijd deed men al zijn best om kwetsbare zaken door beschrijving vast te leggen voor later tijd.
Uit de Middeleeuwen is een verzameling handschriften bekend dat later onder de naam Carmina Burana op muziek gezet werd door Carl Orff. Wilmink heeft die teksten vertaalt naar het Twents en daarmee weer wat behouden voor de toekomst. Het dier hier aan het woord mag het dan niet overleeft hebben, zijn soortgenoten wel.
Waarbij ik me dan weer afvraag…(smek, smek, smek).

Klacht van n gebroadn zwaan WILLEM WILMINK

Vrogger ha'k 'et joa wa best,
he'k een mooi’n zwaan 'ewest,
en’k dee zwemn as de pest…
0o, mien God,
zwart as nen pot
a'j toch an dat broadspit wort.

Joa jongs, a'j int water zit,
en iej bint nog prachtig wit,
ach, dan deank iej nich ant spit.
0o, mien God,
zwart as nen pot
a'j toch an dat broadspit wort.

‘k Heb int water spöld en stooid,
in dee daag n hebt ze nooit
zolt en pepper op miej knooit.
0o, mien God,
zwart as nen pot
a'j toch an dat broadspit wort.

Met mien mooi’n lang’n nek
zwemn ik in de Buurse bek,
't was mien beste tied, joa krek.
0o, mien God,
zwart as nen pot
a'j toch an dat broadspit wort.

Joa, oew leav’n geet verdan,
meer miej doot ze in de pan
en iej smuln der wa van.
0o, mien God,
zwart as nen pot
a'j toch an dat broadspit wort.


Ja, van dingen die vergaan en hoe die te behouden.
Maar wat behoud je en waarom?
Een auto?

Mien Volvo FRED VAN DE VEN

Ik heb miej gisteroavnd nog
nen tweedehaandsen Volvo koch
met alle veer de beande nog
vol orginele Volvo-loch
en met n stuur, sekuur,
hee veurt joa as nen Japanees.
En met n lak, zoo strak,
iej zeet de oalde dökn gineens.

Veurn met n Dafje, veurn met n Dafje,
veuroet veurn, makkelik zat.
Veurn met n Dafje, veurn met n Dafje,
en achteroet dat döt e net zoo hard. (Boem!)

Oh denneboom, oh denneboom!

De beide deurn warn verkracht
Zoo heb ik gister n hiln nacht
in mienn Volvo deur-ebracht
met wochtn op de weegnwacht.
En doo’t e kwam, wham,
hee trapn der zoo den bumperd of.
Wat was ik bliej, ik was vriej,
ik kon wier veurn met mienn plof.

Veurn in n Dafje, veurn in n Dafje,
Achteroet doo’k heandig-an.
Veurn in n Dafje, veurn in n Dafje,
Biej t stopn koomp ut op de remn an.(Boem!)

Oh eikeboom, oh eikeboom!

Miene Volvo lea-r an gruzelemeantn
Komt der ok nog twee ageantn,
verkochn miej n stuk of wat preantn.
Doar gungn miene zoerverdeende ceantn.
Volvo te koop, veur sloop!
Vief daalder brachn dat kreng miej nog
en doarvan he'k, joa krek,
nen tweedehaandsn Vespa koch.

Knapn op ne snorfiets, knapn op ne snorfiets,
en zon pötjen bin iej nich verplicht.
Knapn op ne snorfiets, knapn op ne snorfiets,
volgas knap iej deur t rooie lech.(..............)

Oh automatische halve overwegboom, oh automatische halve overwegboom!


Of het cafeetje waar je voor het eerst een Grolschje dronk?

t Liepke FRED VAN DE VEN

Oo, har ik blauwe oogn as de oondergoande moan.
Oo, har ik stearke been woar k strabaant met kon goan.
Oo, har ik nen dichtn jas woar gin reagn deur kon sloan.
Joa, dan gung ik gauw noar t Liepke
biej den kachel met dat piepke.
‘Annie, doot miej n pulken bier.’
En dan zetn zee t veur miej too
en dan zea-r e: ‘Zoo dan?’

Oo, har ik broene oogn as kastanjes veur de groond.
Oo, har ik harde kaakn, schearpe taande in n moond.
Oo, har ik nen stearkn wil as ne stoontvleeg an t plafoond.
Joa, dan gung ik gauw noar t Liepke
biej den kachel met dat piepke.
‘Annie, doot miej n pulken bier.’
Dan zetn zee t veur miej too
en dan zea-r e: ‘Zoo dan?’

Noe heb ik rooie oogn as de oondergoande zunne.
Noe veur ik met miene fietse de Breemarsweg hen en wierumme.
Noe zeuk ik dat boerderiejken, k heb t nich meer wier evundn.
Vort is noe kafee t Liepke,
vort den kachel met dat piepke.
Annie is dood, gin pulken bier
zet zee ooit nog veur miej too.
Nooit zeg zee meer: ‘Zoo dan?’


Nee, niet behouden voor de toekomst.
En jezelf, hoe behoud jij jezelf?
Fokkers weten dat wel: kinderen!
En voor nu is het vooral genieten van het leven, want:

Op nen dag WILLEM WILMINK

Op nen dag dreenk iej gin Grolsch meer…
loop iej nich meer deur de stad.
Al oew wille, al oew hartzeert
he'j dan had.

Wichter, laandskopn en steedn,
alns wa'j machtig mooi hebt vundn,
tookomstplann en verleedn
goat te grundn.

n Eenn wil zich nich oavergevn
en mut liedn töt e rust,
n aander means passeert zien leavn
onbewust.

Loa'w der nog meer eenn nemn,
gun oe nog wat zit in t gat:
veur a'j t wet kö'j niks meer hebn…
dan he'j t had.


Terug naar die e-mail:
Om het culturele aspect van onze liefhebberij meer nadruk te geven, zouden wij het bijzonder op prijs stellen (ik ben benieuwd tegen welke prijs…smek, smek, smek), als u als “stadsdichter” op uw eigen wijze de opening van deze tentoonstelling zou willen verrichten.

Ik hoop dat hierbij te hebben gedaan al blijf ik het raar vinden om iets te laten openen door een dichter, een dichter hoort te dichten, niet te openen. Maar goed, ik ben heel meegaand en verklaar de tentoonstelling voor geopend - Op naar de volgende 110 jaar! - en verklaar de opening voor gedicht.

donderdag 6 november 2008

Gedichtenwedstrijd Basisscholen Oost

Dinsdag 4 november om 19.30 uur vond in de bibliotheek de finale plaats van de gedichtenwedstrijd die de Hengelose Schoolvereniging, Het Kompas, De Stiepel en de St.Janschool georganiseerd hadden.
Een deskundige jury, bestaande uit Stadsdichter Junior Emma-Sophie Ekelmans, Monique Klein van het Kunstcentrum Hengelo en Miriam Janssen van de Talentuin, koos uit zestien door de kinderen zelf voorgedragen gedichten dit mooie klankgedicht:

Tijger

Geel, bruine vacht
Groot beest
sluipt
in de jungle
gromt
gevaarlijk


De schrijver van dit gedicht, Aho Mirza van Het Kompas, ontving als prijs een prachtige collage van Monique Klein en krijgt ook nog een gezeefdrukte poster waar zijn gedicht in verwerkt is. Die posters gaan ook naar de scholen en naar de Bieb.
Ter voorbereiding van deze gedichtenwedstrijd volgden de onderbouwleerkrachten een workshop Poëzie in Beeld door Monique en de midden- en bovenbouwleerkrachten een workshop Mooie zinnen maken door Miriam.
De Stadsdichter volgde deze workshops ook en kwam tot de volgende gedichten:

Workshop 25 augustus 2008 in Het Kompas met Moniek Klein van het Kunstcentrum Hengelo


Iedereen is voorgesteld,
de bedoeling geduid,
de leden geteld,
de scholen gemixt,
de neuzen tezamen,
gedichten gefikst,
dan plannen beraamd.

’t Kompas wordt een korf
waar bijen bedrijvig
zoemen en smoezen
en roepen van; ’Héé,
waar is de Ducktape?’
en ‘Zijn er ook splitpennen?’

En de vijf dennen,
de vijf kale driepoten,
onwankelbaar als
meewerkende voorwerpen,
ontvangen de angels,
het plakband en prit,
het plastic, papier
karton en de dozen,
al wat men nu, hier,
uit heeft gekozen
om de pedagogisch
verantwoord uitgeplozen
poëzie vorm te geven.

Het duurt maar even
en in mij herkend
de Kleine Hiawatha
zijn lievelingstent
in het Indianendorp
van de verbeelding.

Schuil, kleine vriend,
in dit gedicht.


Workshop 8 september 2008 in Het Kompas met Miriam Jansen van de “De Talentuin”.

Zweep

Het bolle ponypaardje bokt
voordat het schokkend verder sjokt
over het grasomzoomde zand.

Door zweep en leidsel aangespoord
sjokt het stofopstuivend voort,
maar verlangt zo naar de kant

waar dat malse groene gras,
links en rechts op halve pas,
wacht op slaag van kies en tand.

zondag 2 november 2008

ArtLoop

1 november 2008 Ateliers ’93 Hengelo
Waar ze volgend jaar aan het werk kunnen is nu nog volstrekt onduidelijk. Maar dat ze hun huidige ateliers straks moeten verlaten, dat staat vast. En daarom nemen negen kunstenaars van stichting Ateliers’ 93 alvast afscheid van de oude hal aan ‘ t Esrein. Dat gebeurt in de vorm van een reeks exposities. De manifestatie begon met een openingsperformance. En met negen werken van negen kunstenaars. Daarna volgen er wisselexposities van steeds twee kunstenaars, tot eind november.
ArtLoop, zo heet de ode aan het gebouw waar ze sinds 1996 werken.

ArtLoop

noem het een ArtLoop
een kringloop van kunsten
een doorgaande draaiing
een kronk’ling van kunst

laat het geen strop zijn
geen slang zich kromt en
zichzelf in zijn staart bijt
maar net andersom

want de kunst moet door
een artiest moet zich uiten
vervelt als een slang
kruipt uit z’n huid
vormt een beeld naar zichzelf
keert zich binnenste buiten
geeft zich bloot en kwetsbaar
drukt ie zich uit

een schip zure app´len
de bulldozers grommen
in dit hof van Eden
waar ieder verstomt

maar de kunst moet door
een artiest moet zich uiten
vervelt als een slang
kruipt uit z’n huid
vormt een beeld naar zichzelf
keert zich binnenste buiten
geeft zich bloot en kwetsbaar
drukt ie zich uit

zie in de verte
de sloophamers rijzen
wie wijst ons de weg
naar een nieuw paradijs

Make A Difference Day

1 november
Make A Difference Day (MADD) is een jaarlijks terugkerend groot landelijk evenement en levert een belangrijke bijdrage aan het imago van vrijwilligerswerk.
Dit jaar neemt Hengelo ook als stad deel aan de actie, die plaats vond op 1 november op het Schouwburgplein bij het Rabotheater.
Topfunctionarissen uit het bedrijfsleven, politici, gemeenteraadsleden, serviceclubs maar ook anderen worden op die dag gekoppeld aan een 'klus'.

Vijfde Couplet

Hengelo, oh hoe, kan ik jou vervolmaken
Door op Make A Difference Day, het verschil te maken.
Neem ik deel aan de discussie over de Wajong
Of werk ik in Hengelo niet enkel met de tong.


Make A Difference Day
Maak het verschil


Make A Difference Day:
Veiling van vier series klussen
en dan ook nog ondertussen
een discussie in ’t café
over Wajong, ja praat maar mee.
Nee, houd je maar niet stil;
meedoen maakt hier het verschil

Ja, maak het verschil.
Waar een ander tegenop ziet
waar ie zelf niet goed mee opschiet
is voor jou een peulenschil.
Wat zij zien als bittere pil
daar heb jij geen moeite mee
op deze Make A Difference Day.

Make A Difference Day:
Velen zitten hier vandaag
met heel wat klussen in hun maag.
Pik daarvan jouw graantje mee.
Help iemand uit de puree.
Sta er niet te lang bij stil.
Kies spontaan, maak het verschil.

Het vandaag gemaakt verschil
werkt ook naar de toekomst door,
opent vele deuren, hoor.
En je talent zal, eerst nog pril,
worden herkend, het was geen gril,
en vrij en willig werk je mee
vanaf de Make A Difference Day

Maar het is een Different Day
als de managers zich verrijken
en maar bonussen opstrijken
alles zien door een roze bril
en vrijwilligers bekijken
als oplossing voor de hun opgelegde bezuinigingen
en hen het werk laten doen van ontslagen professionele vakkrachten.
Ja, dat is een schril verschil.
Daar maak je geen vriendjes mee
Op deze Make A Difference Day
Daarvan val ik stil.
Dat valt niet te rijmen.