Vanmorgen mocht ik mijn gedicht 'Kanaalverhaal' bij de Waarbeeksluis 'op camera' voordragen. Het krijgt ergens een plekje in een thema over het 80-jarige Twentekanaal morgen 24/2 in het programma OverijsselVandaag van RTV-Oost. Hieronder het gedicht:
Kanaalverhaal
Een potlood trok ooit een grijze lijn
van Enschede naar Eefde
dat was bittere noodzaak toen
daar men naar welvaart streefde
een werkproject moest het gaan zijn
In armoediepte van de crisistijden
mannen spierkracht schop en spade
de kilometers weggegraven gronden
het afzien laat zich nauwelijks raden
een watergang van hoop en wilskracht beide.
Het leidt en draagt de schepen naar
de Twentse havens en bedrijven
katoen en steenkool en zo veel meer
voor wat verdween of zou beklijven
met sluizen en een zijtak was het klaar
Het water spiegelt sporters keer op keer
met boten smal en scherp gelijnd
de knokkels wit de spieren spannen
waterklievend riemenritme zo verfijnd
traject van kracht steeds heen en weer
Tubantia en TWV waterburen van elkaar
recreƫrend spelen met prestatiedrang
in kilometers weggeroeide tijden
doorvaart van drie vier generaties lang
vandaag te vieren nu al tachtig jaar
Om welke reden dan ook
groeiden de problemen
het buitenkantoordeel is
snel geveld maar wie weet
waarom het leven
soms zo tegenzit
Elke vrijdagmiddag wachten
zij driehonderd adressen gezinnen
mensen als iedereen dus
voor dat Sloetswegpand
waar gedeeld wordt van
wat elders royaal over bleef
Een helper zegt ik doe dit
voor de kinderen
met een lege maag
kun je niet leren
en niet leren is achterop
en dat kan niet mag niet
Dagelijks brood en kratten meer
de tassen aan het stuur
op weg naar thuis
volgepakt symbool
van sterke hoop
op een nieuwe dag
Naar het water oud scheefgezakt
met een kindvergeten
schommel aan zijn laagste tak
tussen fietspad en de beek
zijn stram gegroefde stam
breed reikend naar het licht
het leven is hem aan te zien
elke keer als ik hem passeer
in kale kou of groene zomertooi
groet ik stil recht uit mijn hart
dag lieve eik wat ben jij mooi